Praktijkvoorbeeld eigen huis, hypotheek en (echt)scheiding

Zodra vaststaat, dat twee mensen hun relatie willen verbreken, komen er allerlei vragen op. Hoe gaan we het doen met de kinderen wat betreft de zorgverdeling en de kosten? Waar ga ik wonen of kan ik in de huidige woning blijven wonen? En niet onbelangrijk: waar moet ik straks de boodschappen van betalen?

Allerlei vragen waarop tijdens het scheidingstraject een antwoord moet worden gevonden. Bij een scheiding met een eigen huis spelen zelfs meerdere zaken, waar rekening mee gehouden moet worden. Recent kwamen wij met de volgende situatie in aanraking, waarbij dingen soms niet zo eenvoudig zijn als ze lijken te zijn.

De situatie

Man en vrouw, zonder minderjarige kinderen, wonen in een eigen huis. De waarde van de woning bedraagt € 250.000 en de hypotheek was € 200.000. Het is een aflosvrije hypotheek en de rente van de hypotheek is een variabele rente van 2,0%. De maandelijks te betalen hypotheekrente bedraagt € 335,- en hiervan ontvangen zij nog een klein deel terug van de fiscus.

De man wil graag in de woning blijven wonen en na verdeling van het spaargeld, kan hij het aandeel in de overwaarde van de vrouw, aan de vrouw betalen. De vrouw is akkoord met deze verdeling en wil dan ook zo snel mogelijk de financiële zaken verdelen, zodat ieder met zijn/haar eigen toekomst aan de slag kan gaan.

Zo moeilijk is het toch niet?

De man en vrouw vragen ons om hun te begeleiden in de afwikkeling van de echtscheiding. Volgens hen kan de echtscheiding snel en gemakkelijk geregeld worden, omdat alles in onderling overleg al geregeld was. De huisraad en auto’s waren verdeeld evenals de pensioenen en ze wilden geen partneralimentatie afspreken, omdat ieder in zijn/haar eigen kosten van levensonderhoud kan voorzien. Ons werd gevraagd om de afspraken in een convenant op te nemen, zodat dit getekend kon worden, want zo moeilijk is het allemaal niet!

Omdat wij een scheiding altijd zorgvuldig willen regelen, hebben wij tijdens het eerste gesprek beide partijen uitgelegd, dat – ondanks de onderling afspraak – de bank nog wel haar medewerking aan de overname van de woning door de man moest verlenen. Partijen verwachten hier geen problemen mee te krijgen, want een hypotheeklast van € 335,- per maand is toch gemakkelijk op te brengen. Het is nog lager dan de huur voor een woning.

Maar is dat echt zo?

Een geldverstrekker kijkt hier echter anders naar. Op basis van inkomen bepaalt de geldverstrekker wat er maximaal aan hypotheek verstrekt kan worden.

Het Nationaal Instituut voor budgetvoorlichting (Nibud) stelt elk jaar per inkomensgroep vast welk hypotheekbedrag huishoudens maximaal kunnen lenen, zonder in de financiële problemen te komen. De zogenoemde financieringslastpercentages laten zien, welk deel van het inkomen er maximaal aan hypotheeklasten uitgegeven mag worden. Hypotheekverstrekkers zijn verplicht die percentages te gebruiken bij het berekenen van het hypotheekbedrag.

Wat betekende dat in deze situatie?

De man heeft een bruto jaarinkomen van € 38.000. Op basis van dit inkomen gaat de geldverstrekker, aan de hand van het financieringspercentage, berekenen wat de man maximaal aan hypotheek mag afsluiten. De rente speelt hierbij ook een rol. Als de rente korter dan een periode van 10 jaar vaststaat, moet er gerekend worden met een rentepercentage van 5,0%. Bij deze toets rente kan de man maximaal € 155.000 aan hypotheek afsluiten. Als de rente voor meer dan 10 jaar vaststaat, dan wordt er met de offerterente gerekend. Stel dat de rente voor 10 jaar vast 2,0% bedraagt dan kan de man maximaal € 175.00 lenen. Toen wij aan beide partijen vertelden en lieten zien, hoe geldverstrekkers kijken naar het verlenen van hypotheekleningen, viel hun dat rauw op hun dak.

Het was dus niet zo eenvoudig als gedacht werd om de woning geheel aan de man over te dragen. Uiteindelijk is het wel gelukt met (financiële) behulp van familieleden van de man en een creatieve oplossing.